Dit bladgroen behoort tot de koolfamilie en groeit in zoet water – in beken en vijvers
Het primaat van boerenkool op het gebied van voedingsstoffen kan worden afgenomen door andere soorten groen. Landbouw- en voedingsdeskundigen hebben onlangs vastgesteld welke groenten je aan je dieet moet toevoegen om gezond te blijven.
De Centers for Disease Control and Prevention (CDC) beoordelen groenten en greens op voedingswaarde op basis van vitamine- en mineralenconcentraties. Bekende favorieten zoals boerenkool, spinazie, snijbiet en bietenbladeren krijgen scores rond de 80. Maar de enige groente die een perfecte score van 100 haalt, is waterkers.
Wat is waterkers?
Dit groene blad behoort tot de koolfamilie en groeit in zoet water – in beken en vijvers. Het is een nauwe verwant van kool, boerenkool, radijs en mosterd. De wetenschappelijke naam is Nasturtium officinale.
Tuinkerssla heeft een scherpe, peperige smaak, bijna als een combinatie van rucola en mierikswortel. B&W Quality Growers meldt dat waterkers al meer dan drieduizend jaar geleden werd gegeten. Het was een hoofdbestanddeel in de oude Griekse, Perzische en Romeinse beschavingen. Deze pittige groente stond zelfs op het menu tijdens de eerste Thanksgiving.
Omdat waterkers veel voorkomt in vochtige gematigde omgevingen, wordt het in sommige regio’s als onkruid beschouwd. De constante beschikbaarheid maakt het echter ook een betrouwbare en voedselrijke voedselbron. Volgens de BBC wordt het al duizenden jaren geconsumeerd voor medicinale doeleinden in Europa en Azië.
Tuinkers heeft veel voordelen voor de gezondheid, zegt Dr. Amy Lee, hoofd voeding bij Nucific. Het bevat veel vitamine A en kalium, zelfs meer dan gewone sla. Bovendien bevat waterkers meer vitamine C dan een sinaasappel.
Jonge scheuten hebben een mildere smaak en malse, holle stengels. Dit maakt ze ideaal om rauw te eten – bijvoorbeeld als toevoeging aan salades of als garnering van gerechten, vergelijkbaar met peterselie of koriander. Rijpe waterkers krijgt een veel intensere en peperachtige smaak. De stengels worden ook taaier en vezeliger, dus ze moeten worden voorgekookt om ze smakelijker te maken.